Karakter, verzorging en oorsprong van dit bijzondere ras
De Australian Labradoodle is niet zomaar een hond – het is een maatje voor het leven. Benieuwd naar hun karakter, verzorging en achtergrond? Hieronder lees je alles wat je moet weten over dit bijzondere ras.
Karakter en gedrag
De Australian Labradoodle is een echte familievriend: speels, sociaal, vrolijk en zacht van aard.
-
Ze kunnen goed overweg met kinderen en passen zich gemakkelijk aan in een gezinsleven. Hoewel ze graag bij je zijn, kunnen ze ook een paar uurtjes alleen thuis blijven – zolang dat niet te vaak gebeurt. Ze zijn slim, goed trainbaar en leren graag nieuwe dingen.
Verzorging van de vacht
Wat deze honden extra bijzonder maakt, is hun allergievriendelijke vacht. De Australian Labradoodle verhaart nauwelijks, maar de vacht heeft wél onderhoud nodig.
-
Wekelijks borstelen is belangrijk om klitten te voorkomen. Tussen de 8 en 14 maanden verliezen pups hun puppyvacht – een periode waarin extra borstelen nodig is. De vacht komt voor in drie varianten: fleece, wol en curley fleece – allemaal zonder ondervacht.
Formaten en kleuren
Ze komen in talloze kleuren voor zoals abrikoos, zwart, rood, crème, chocolade, zilver en gebroken wit. Geen enkele Australian Labradoodle is hetzelfde – ze zijn stuk voor stuk uniek.
-
De Australian Labradoodle is er in drie maten:
- Miniatuur: 35–43 cm, 7–13 kg
- Medium: 43–53 cm, 13–23 kg
- Standaard: 53–63 cm, 23–45 kg
Oorsprong en achtergrond
De oorsprong van de Australian Labradoodle ligt in de jaren ’80, toen men een hypoallergene hond wilde fokken voor mensen met allergieën.
-
Door het combineren van o.a. Poedel, Labrador en diverse spaniëlsoorten ontstond een hond met een zacht karakter en allergievriendelijke eigenschappen.
Hoewel het ras (nog) niet officieel erkend is, wordt het wereldwijd geliefd. De naam “Cobberdog” wordt soms gebruikt voor vergelijkbare honden – maar bij fokkers aangesloten bij verenigingen als de ALAEU, spreken we gewoon over de Australian Labradoodle.